‘Je gevoed weten’, een zinnetje dat steeds terug komt. ‘Je gevoed weten’ gaat over wat wij eten, om ons fysiek in leven te houden, maar ook overdrachtelijk, over dat wat ons geestelijk voedt en de sociale inbedding die ons onderlinge voeding en veiligheid biedt.

Lang, lang geleden, leefden we in nauw contact met de natuur, heel bewust van het belang van de aarde voor ons (over)leven. We eerden de aarde omdat ze ons van voedsel voorziet, ons veiligheid en onderdak biedt. We leefden in stammen, groepen in verbinding met elkaar. Door de ontwikkeling van de landbouw hoefde niet meer iedereen op het land te werken en konden steden ontstaan. Steden die hun voedsel van het platteland haalden. Met de groei van de steden kwam ons voedsel verder en verder van ons af te staan.

Met deze verstedelijking en de bijbehorende economie veranderden ook onze ideeën over de wereld en elkaar. In de natuur is de boodschap: ‘iedereen mag er zijn’, ‘hier is geen oordeel’. Dit geeft een gevoel van ‘welkom zijn’ en vertrouwen. Mensen waren onderdeel van de natuurlijke patronen van samenhang. Eén levend geheel. In de stad is de boodschap anders: we zijn daar afgescheiden van de natuur en er boven verheven. De menselijke hiërarchie en orde is hier de maat. Schaarste werd leidend en zo ontstond een economie waarin de boodschap luidt: ‘je bent je leven niet zeker – er is niet genoeg voor jou’. Dit onderliggende patroon van ‘niet genoeg’ zie je op allerlei niveaus in onze samenleving terug, het zit verankerd in ons denken en ons lichaam. We voelen ons niet gevoed- vervreemd van de aarde en elkaar. Maar… als we naar de werkelijkheid kijken, dan is er meer dan genoeg voor iedereen op aarde. Het is alleen niet zo handig verdeeld.

We verdelen de mogelijkheden op aarde nu via het idee van schaarste en concurrentie. Een voor iedereen optimale uitkomst van de verdeling is niet het doel en de economische prikkels zijn daar niet op gericht. Voor mij gaat de voedseltransitie en dus ook de noodzaak voor nieuwe voedselverhalen juist ook hierover. Hoe we ‘in saamhorigheid verder gaan’ zodat iedereen ‘zich gevoed weet’.

Stel je voor, een aarde waar we ons weer gevoed weten. Het zou zo logisch kunnen zijn. Je bent ergens op aarde geboren, dus heb je recht om te bestaan en DUS Is het logisch dat de rijkdommen van de aarde ook met jou gedeeld worden. Er is immers genoeg voor iedereen.

Deze droom is voor mij één van de redenen om me nu in te zetten voor lokaal voedsel. Op 26 en 27 mei 2018 komt de Voedselkaravaan in Den Haag. Ik hoop dat het een bijdrage is aan een prettiger voedselsysteem. Een systeem dat mensen en samen leven voorop stelt en niet het geld dat er met voedsel verdient wordt. Een systeem dat veilig voelt, inclusief, de vanzelfsprekendheid van ‘genoeg’.

Dat heb je natuurlijk niet zomaar in de praktijk gerealiseerd. Maar…. het mooie is dat je wel je eigen patronen kan observeren en transformeren. Door te in ons eigen innerlijk op zoek te gaan naar de patronen van ’tekort’ en ‘concurrentie’ en ze bewust te vervangen door een innerlijk weten van ‘genoeg’ en ‘samen’. In 2016 werkte ik hieraan in het traject ‘schaal van overvloed’.  Door de natuur in te trekken en diep te voelen hoe daar geleefd wordt. Hier zie je vertrouwen, genoeg tijd, leven als vanzelfsprekendheid. De bomen, insecten, dieren en planten werken onderling samen in één groot levensweb. Door uit te gaan van ‘saamhorigheid in het levensweb ’ kunnen wij ook in onze samenleving weer ruimte maken voor een gevoel van genoeg.

En als je hier praktisch iets van wil ervaren? Kom dan zaterdag 26 mei naar het Zuiderpark en doe mee aan het aarderitueel. Of kom eens eten bij Lekker Nassûh, elke woensdag vanaf 18u kan je hier aanschuiven bij een maaltijd van de Volkskeuken. Inclusiviteit in de praktijk.