Het is vandaag alweer 17 november, ik kijk de tuin in. De wingerd is rood gekleurd, de meeste blaadjes heeft hij al laten vallen. De linde heeft nog een paar goudgele herinneringen aan de zomer. Het is overduidelijk herfst, de natuur laat los. Voor mij tijd om ook eens naar mijn leven en werk te kijken. Waar kan ik loslaten?

Daar kom ik natuurlijk de confrontatie tegen. Hoezo loslaten? Er moet van alles af. Ik heb een serie aan projecten met een enorme to do lijst. Afspraken in mijn agenda bepalen een groot deel van mijn dag en tussendoor stroomt mijn emailbox vol. Heel herkenbaar toch?

Ons leven lijkt op dit moment niet altijd zoveel ruimte te bieden voor meebewegen met de seizoenen. Mijn lijf geeft wel aan dat het nodig is: ik voel me moe, wil meer slapen. Ben de projecten soms ook wat beu, het lijkt maar door en door te gaan, terwijl ik behoefte heb aan wat (weglaten) rust en inkeer, wat extra slaap.

Ik denk dat mijn lichaam gelijk heeft, dat het logisch is dat in deze tijd de energie afneemt. Van oudsher was dit de tijd van het jaar dat de oogst binnen was en vierden mensen de overgang naar de winter als een nieuw jaar. Het terugkeren naar binnen werd gezien als een duik in de grote zee van de ziel. De zee van emoties, het onderbewuste, onze binnenkant in plaats van onze buitenkant. Dat zal de komende tijd nog doorgaan tot we tot stilstand komen met midwinter. Om gelukkig daarna weer met nieuwe inspiratie terug te komen.

Ik probeer daarom in mijn leven praktisch vorm te geven aan deze beweging:

  • Ik neem meer tijd voor reflectie. Reflectie op de oogst van dit jaar: genieten van wat we hebben bereikt in alle projecten. Ik stal het voor me uit, blader door mijn schrift en zie hoeveel er gebeurde. Hoe de teams door ups en downs gingen. Ook gun ik mezelf tijd om te kijken naar mijn rol: hoe was die dit jaar, wat beviel me eraan en waar liet ik mezelf toch weer meeslepen naar dingen die eigenlijk niet bij me passen? Wat voor vraagstukken/leerpunten kom ik tegen in mezelf waar ik van de winter eens lekker op kan broeden?
  • Ik vertel aan mijn collega’s dat ik aan het afronden ben en probeer zo min mogelijk nieuwe dingen op te pakken. Het werk lijkt gewoon door te gaan, maar de manier waarop we bezig zijn is gericht op afronden: rapportages zijn eigenlijk een uitstalling van de oogst, een manier om te genieten van wat we bereikt hebben. Het schrijven biedt de mogelijkheid om te reflecteren en dat levert extra oogst op: ideeën en vraagstukken voor volgend jaar, over de manier waarop we ons project hebben georganiseerd en onze rollen en waar de meeste potentie zit. De oogst van dit jaar is immers ook weer het zaad voor volgend jaar.
  • Ik probeer niet te hard van stapel te lopen met nieuwe ideeën die hierdoor ontstaan. Ik bespreek ze, schrijf ze op als ik het niet kan laten. Deels doe ik in gesprekken verkenningen naar financiering hiervoor, maar ik laat ze nog even in mijn mandje liggen om af te wachten hoe het geheel zich ontwikkelt, wat levensvatbaar is. Dit is de lastigste want hier komt ook de onzekerheid om de hoek. Als ik nu niet hard achter nieuwe projectfinanciering aan ga, wat gebeurt er dan volgend jaar? En zo vind ik één van mijn leeropgaven voor deze winter: vertrouwen dat het leven en het natuurlijke ritme hierin me voeden.
  • Elke dag rond ik wat dingen af en blijf ik ideeën verzamelen, maar in een steeds lager tempo. Dat gaat me niet gemakkelijk af, er is de hele tijd strijd: dit móet nog, dat moet nú. De emailbox loopt weer vol – met ideeën van anderen. Ik kijk nog eens in de tuin: de bomen geven de leidraad voor mijn handelen nu: ik trek mijn energie terug, vanuit een tevreden gevoel; het is mooi geweest. Dat voelt als naar huis gaan na een lange reis. Mijn projecten laat ik stapje voor stapje los, als bladeren van de bomen. De inhoud ligt straks allemaal op de grond om in de bosbodem van de stad te verteren: voeding voor volgend jaar.

Ik ben benieuwd hoe jullie dit soort dingen ervaren: is er in deze tijd van het jaar een verandering te bespeuren en wat doe je daar dan praktisch mee?